zondag 10 mei 2009

Dag 9, vrijdag 8 mei 2009

Gisteravond raakte ik aan de praat met een jonge vrouw. Ze vertelde dat de mensen in haar dorpje het niet breed hebben. De mannen werken in de houtindustrie, zijn schilder of stucadoor en willen maar een ding....... De vrouwen zorgen voor de kinderen en het huishouden. Om deze redenen en vanwege de geisoleerde ligging van het dorpje wil ze er graag weg. Ze was droevig gestemd over haar toekomst. Ik mompel nog wat over de Wehkamp en de Otto, maar ze kijkt me vragend en niet begrijpend aan. Na een goed glas bier gaan we ieder onze eigen weg. Hopelijk gaat ze haar dromen waarmaken.

Ik volg de 39 die me naar het Narodni Sumava National Park voert. Ik wil er vandaag helemaal doorheen fietsen. Het schijnt een prachtig park te zijn. Het is vandaag voor de Tsjechen een Nationale feestdag. Het valt me op dat er veel Tsjechen met moutainbikes of kano's op het dak van hun auto rijden. Het vreemde is dat ik tot nu toe niemand heb zien fietsen en kanoen. Misschien is het wel Nationale-kijk-mij-toch-eens-rijden-met-mijn-moutainbike-of-kano-op-het-dak-feestdag. Vreemde jongens die Tsjechen. Je kunt natuurlijk ook gewoon op een Nationale feestdag met je auto door een omheining rijden, en de Koninklijke familie op haar na missen. Veel normaler.

Bij Horni Vltavice passeer ik Nightclub Pussycat, mehr Madchen, en sla af richting de 33. Fantastisch mooi is het hier, Oostenrijk met het liefelijke van de Ardennen, maar dan in Tsjechie. Voor Borova Lada stop ik bij een aantal kappeltjes. De bijbelse schilderingen zijn zo mooi dat ik ze allemaal fotografeer.

Iets verderop zie ik de eerste sneeuw, of de laatste. Het is maar vanuit welk perspectief je het bekijkt. Vauit de sneeuw bekeken zal het de laatst wegsmeltende sneeuw zijn. Voor mij is het de eerste sneeuw die ik in Tsjechie zie.

Na 40 kilometer fietsen is het tijd voor een tussenstop, het wordt Kvilda, een typisch bergsportdorp met veel berghotels en restaurantjes. Ik doe me tegoed aan een kop lauwwarme, vette soep en vervolg mijn weg.

Ik besluit op deze warme dag nog een extra lus aan mijn voorgenomen route vast te plakken. Na een flinke afdaling kom ik op een brug te staan. Voor mij ...... de meeste steile berg die ik ooit heb gezien. Stijgingspercentage, geen idee. Dit gaat pijn doen, heel veel pijn. Enkele ATB¨ers voor mij komen onverrichtezake en met rood aangelopen gezichten terug en stammelen zoiets van: niet te doen! Ja, niet te doen... ik moet het wel doen. Terug gaan is geen optie en om mijn reisdoel te bereiken voor het donker wordt zal ik toch echt deze berg moeten bedwingen. Ik neem twee slokken water en begin aan de helse tocht. Ik concentreer me op mijn benen, ik moet blijven fietsen vanuit mijn benen. Ik probeer lichter te schakelen, maar lichter kan niet. Het zweet gutst me werkelijk uit alle porien. De Cube steunt en kreunkt voor het eerst deze reis. Ik kreun mee. Ik stap niet af, dat is mijn eer te na. Ik ben halverweg. Het wordt me zwart voor de ogen. Ik ga door... de laatste 50, 40, 30... 10 meter. Ik heb het gehaald, wat een helse klim. Ik ben kapot. Applaus van een aantal aanwezige ATBers valt mij ten deel. Ik voel me net een renner die een etappeoverwinning heeft behaald in de Tour de France. Met dit verschil dat deze doping gebruiken en dat de etappe voor hen is afgelopen. Ik moet nog een stuk. Het vervolg is ook lastig. Uiteindelijk rijd ik het Nationale Park uit met gemengde gevoelens. Wat was het een mooie rit, maar wat was het laatste stuk zwaar.

Ik rijd Hartmanice binnen en besluit het beste, duurste en meest exclusieve hotel te nemen. Gelukkig is er maar een en ze hebben nog een plaatsje vrij. Eigenlijk hebben ze nog wel meer plaatsjes vrij. Ik ben de enige die de nacht in de hotel gaat doorbrengen. Mijn fiets mag ik stallen in het werkhok voor de klusjesman. Welterusten kolo!

1 opmerking: