vrijdag 22 mei 2009

Dag 22, donderdag 21 mei 2009

Ik ben met mijn fiets op een heel smal paadje terecht gekomen. Midden tussen de bloeiende dotterbloemen. En wie dotterbloemen zegt, zegt nattigheid. Mijn banden kleven aan de zompige ondergrond. En met het meeste lichte verzet kom ik slechts moeizaam vooruit. Ik ben de weg volkomen kwijt. Echter, het kan mijn niet deren, het is een prachtige dag, de zon schijnt, het is 30 graden C. en ik heb besloten dat mijn laatste fietsdag tenminste een mooie zal zijn. Daarom trap ik niet zo hard vandaag. Hoe rustiger ik het aandoe, hoe langer mijn laatste fietsdag zal duren.

Ik ben al om half 8 (ochtend he!) vertrokken uit Jhilva waar de op de bus wachtende meisjes mij weer vrolijk uitlachen. Een lulhannes op een fiets met vier fietstassen en een wel erg vreemd stuur, dat werkt op de lachspieren. Maar ja, ze kunnen beter om je lachen ....... Ik lach in mezelf ook om hen. Zij moeten naar school of naar hun werk. Ik heb vakantie. Nou ja, dat voelt op dit moment tussen de dotterbloemen net even wat anders.

Ik loop nu helemaal vast. De bloeinde dotterbloemen hebben plaats gemaakt voor Urtica dioica (even googlen......). Ik moet van mijn fiets af en sta mijn mijn blote benen tussen de Urtica dioica (als u heeft gegoogled weet u nu hoe mijn benen er uit zien). Na bestudering van de kaart blijk ik aan de verkeerde zijde van het spoor te fietsen. Het pad ligt aan de andere zijde. De goede zijde, althans voor mij dan. Voor het pad zal het niet veel uitmaken waar het ligt.

Ik probeer mijn fiets tegen het talud op de duwen om vervolgens het spoor over te steken en het pad te bereiken. Maar het talud is de steil. Wel kan ik via een beekje onder het spoor doorfietsen. Ik besluit dit te doen. Het levert me twee natte voeten op, echter het ultieme doel is bereikt: het juist pad. Om 11.00 uur bereik ik Luka. Een klein dorpje dat helemaal door de hitte is bevangen. De mensen bewegen zich loom over straat. In het plaatselijk hotel/restaurant bestel ik een bak thee.

De route voert verder naar Brtnice en van daaruit naar Opatov, waar ik rond 15.00 uur aankom. Ik wordt er vriendelijk ontvangen door Jur en Lillian van camping Vidlak.

De kilometerteller is blijven steken op 1076 kilometer. Dat hadden er wat meer mogen wezen, maar kom: laat ik blij zijn met wat ik allemaal heb mogen zien en heb mogen ervaren. Tsjechie is werkelijk prachtig land met prachtige mensen.

Beste volgers: ik ga nog wat dagen wandelen, maar met die belevenissen zal ik jullie niet vermoeien. Bedankt voor het volgen van mijn reis en bedankt voor jullie leuke reacties.
Daar heb ik echt van genoten.

Groet en tot snel.

Gerrit Pleijter

Dag 21, woensdag 20 mei 2009

Heb je wel 's een steen in je schoen gehad? Lastig he! Het lopen gaat wel, maar echt prettig is het niet. En zo is het met een spiertje in mijn rechterknieholte. Die wil niet deugen. Het fietsen gaat nog wel, maar bij elke trap die ik doe is er toch iets van pijn voelbaar. Met name 's avonds en in de ochtend is mijn knie stijf. Ik heb mijn zadel al lager afgesteld en dat geeft wel verbetering. Masseren met vaseline en insmeren met Arnicforce. Ik heb het allemaal geprobeerd. Het is niet rampzallig maar net niet fijn!

En omdat ik niets wil foceren heb ik vanochtend de knoop doorgehakt. D.w.z. er viel niet zozeer is door te hakken, maar ik heb besloten dat ik met de trein verder reizen. Een moeilijke beslissing, want ik ben niet van de afdeling: zomaar opgeven. Maar moeilijke beslissingen zijn er ook om genomen te worden. Ik reis met de trein van Liberec naar Opatov. Van daaruit ga ik enkele (mooie) wandelingen maken. Want met lopen heb ik helemaal geen last.

Met een licht weemoedig gevoel zet ik koers naar het treinstation in Liberec. En daar koop ik treinkaartjes naar Jihlava. Het eerste deel gaat prima, echter het vervolg naar Tunov zou ik per bus moeten doen. Althans dat zeggen ze op het treinstation. Bij het busstation aangekomen zeggen ze me dat het prima met de trein te doen moet zijn. Terug bij het treinstation zeggen ze dat dit onmogelijk is. Het zogenaamde jo-jo-effect doet zijn intrede. Ik leer een deel van de stad, nl dat van het treinstation naar het busstation, inmiddels heel aardig kennen.

Na verloop van tijd kom ik er achter dat er op dit deel van het traject gewerkt wordt aan het spoor en dat er vandaag geen treinen rijden. Toevallig heb ik een fiets bij me en daarom besluit ik de 28 kilometer maar per fiets te doen. Ditmaal niet de toeristische route maar de grote doorgaande (snel)weg. Wees gerust: ik leef nog, maar deze keer had het niet veel gescheeld. Ik werd door een vrachtwagen met een gangetje van 130 kilometer zo kort langs gepasseerd dat ik door de zuiging van de lucht bijna ...... nou ja u heeft een beeld. Gelukkig kwam ik heelhuis in Turnov aan en ik heb dit meteen gevierd met een ijsje met wel drie bolletjes. Hatzikidee!!

Van Turnov reisde ik naar Mlada Boleslav, Nymbruk, Kolin,Kutna Hora, Caslv, Havlickuv Brod en tenslottte Jihlava, waar ik rond 20.00 uur aankom. In het centrum vind ik een pension en eet een welverdiend bord spaghetti.

Dag 20, dinsdag 19 mei 2009

Twee tienersmeisjes dragen mijn fietstassen naar binnen en lopen giechelend voor me uit. Waar ben ik in vredesnaam nu weer terecht gekomen? Ik ben in Jablonec n. Nisou. Ik heb daar een pension gevonden een behoorlijk eind buiten de bewoonde wereld. Er staan wel huizen en er wonen wel mensen, maar wat minder dan in de bewoonde wereld.

Vanochtend ben ik vroeg vertrokken en heb koers gezet naar Liberec. Het is een dag met waarin veel gekommen moet worden. Echter, de omgeving is mooi en afwisselend en dat vergoed veel. De accia bloeit en geurt en de meidoorn staat in bloei. En staan grote velden met dotterbloem, veldzuring en stinkende gouwe in bloei.

Rond het middaguur kom ik in Liberec aan. De stad moet prachtig zijn maar ik laat de stad voor wat ie is. Als ik er zou gaan kijken zou ik 'm ook laten voor wat ie is hoor. Het ligt nu eenmaal niet in mijn aard om dingen te gaan verplaatsen. Dat is best veel werk en dan moeten de reisgidsen weer worden aangepast. Nee, gewoon laten zoals het is. Nee, de gebouwen hebben mijn interesse niet vandaag. Mijn doel is om de botanische tuin in deze stad te bezoeken.

Na enig zoeken vind ik de tuin en koop een kaartje. De buitengewoon vriendelijke maar ook als een viswijf uitziende kaartjesverkoper zal mijn kolo bewaken. Ik ga met een gerust hart de tuin bezoeken. Mijn oude liefhebbende plantenhart weer helemaal open. Het is ook al weer te lang geleden dat ik een (botanische) tuin bezocht heb. Ik zie zoveel soorten waarvan ik het bestaan allang vergeten was. Maar hoe raar, wanneer ik ze weer zie en de namen lees, dan is de kennis meteen weer terug. Ik dool er twee uren rond en maak verschillende foto's. Het is er erg mooi.

Na ook nog kort een bezoek aan de oudste dierentuin van de West-bohemen zet ik koers naar Jablonec n. Nisou. Het is veel klimmen en weinig dalen. Voordat ik een pension ga zoeken wil ik eigenlijk graag het beginpunt vinden van de route die ik morgen wil gaan rijden. Na enig zoeken vind ik die. Nu nog een overnachtingsadres.

Ik geen velden of wegen is er iets te vinden. Uiteindelijk verlaat ik de 'grote' weg en kom na een flinke 12% helling aan bij een kiezelweg. Die loopt aanvankelijk naar beneden maar later weer flink omhoog. En nu maar hopen dat er daadwerkelijk een pension is en dat ie open is. Het is me namelijk al een paar keer overkomen dat pensions gesloten zijn. Maar ik meen in de verte een parasol te ontwaren en dat is meestal een goed teken.

Op een soort van terras zit een veel te dikke man en een iets minder dikke vrouw. Twee grote potten met bier staan op tafel. Het blijken de eigenaren van het pension te zijn. Wanneer ze mij zien aankomen springen ze beiden op. Waarbij de vrouw een medaille krijgt want zij staat net iets sneller dan haar man. En jazeker, ze hebben een kamer voor me.

De vrouw des huizes dirigeert me de woonkamer binnen. Ik heb het eerst nog niet door, maar dit zal mijn slaapkamer worden. De dochters worden naar elders gezonden, twee banken worden tegen elkaar geplaatst, een flanellen laken wordt er over gespannen en dat is dan mijn bed.

Ik heb mijn fiets in het kolenhok mogen plaatsen en daar loop ik dan nu met twee giechelende tienerdochters voor me uit. Ik pak mijn spullen uit en ga me douchen. Ik ben behoorlijk hongerig. Het pension ligt erg afgelegen en ik heb weinig fut meer om nog uit eten te gaan.

Ik vraag, lichtelijk bezwaard, of er misschien nog iets van eten is. De vrouw komt zowaar met een menukaart aanzettten waar zo'n twintig gerechten op staan. Bij het aanreiken van de kaart zegt ze, heel nadrukkelijk, dat het tagesangebot goulash is. Daarbij kijkt ze me iets te lang en zeer indringend aan. Ik bestel meteen het tagesangebot. Het smaakt me helemaal goed!

Het slapen zal vast goed lukken vannacht.

dinsdag 19 mei 2009

Dag 19, maandag 18 mei 2009

Ik heb vanochtend afscheid genomen van mijn Oostenrijkse vriend. Hij gaat vandaag terug naar Wenen. En ik stuur mijn fiets in de richting van Leberec. Maar niet nadat ik uitvoerig afscheid heb genomen van de twee schoonmakende en ontbijtverzorgende dames van het hotel. Althans zij nemen nogal uitvoering afscheid van mij. Misschien zijn ze wel erg blij dat ik wegga. Ze zwaaien me helemaal uit en het zou me niet verbazen wanneer ze nog steeds staan te zwaaien.

Aanvankelijk kan ik de 21 niet vinden en volg daarom de doorgaande E442. Na een uur fietsen vind ik dan toch de 21 en het wordt meteen weer mooi. De route is rustig met af en toe een korte, veneinige klim. De dorpjes zijn op deze maandagochtend uitgestorven en het fietsen gaat best.

Rond het middaguur kom ik aan in Cvikov, mijn reisdoel voor vandaag. Ik besluit er nog wat kilometers aan vast te knopen en zet koers naar Jablonne v Podjestedi. En daar kom ik rond 15.00 uur aan.

Na wat rondfietsen vind ik een hotel recht tegenover een imposante beeldengroep. Hoog verheven, in het midden staat een heilige die een kruis vasthoudt. Ik ga er tenminste vanuit dat het een heilige is. Voor hetzelfde geld is een dorpeling die er aardigheid in had om met een kruis op z´n rug door zijn dorpje te lopen, en zich toen heeft laten vereeuwigen door een plaatselijke kunstenaar.

In Jablonne staat een fantastisch mooie kerk uit de 15e eeuw. Ook aan de binnenzijde is de kerk van uitzonderlijke schoonheid. Na dit bezoek doe ik wat inkopen in een van de plaatselijke winkeltjes.

Tegen de avond wandel ik een restaurantje binnen en bestel wat eten. In Tsjechie is het eten van prima kwaliteit. Opvallend is dat de soep vaak halfwarm wordt geserveerd. Verder is het de gewoonte dat lege borden en glazen meteen worden weggehaald. Een vorm van beleefdheid. Je wordt dus voortdurend in de gaten gehouden en daar moet ik nog steeds aan wennen. Ook wanneer je een willekeurige winkel binnenstapt loopt er vrijwel meteen iemand met je mee.

In dit restaurant heb ik mijn laatste hap nog niet naar binnen gewerkt of mijn soepkom is al weer weg. De 2e gang volgt meteen na de 1e. Vaak wordt met het weghalen van het voorgerecht en hoofdgerecht tegelijkertijd geserveerd. Het tempo zit er in ieder geval goed in. Het eten krijgt geen enkele kans om tot ontbinding te komen. Hoe dan ook: het heeft me weer prima gesmaakt.

Nu slapen en morgen nieuwe kansen, nieuwe prijzen.

maandag 18 mei 2009

Dag 18, zondag 17 mei 2009

Vandaag beloofd een prachtige dag te worden. Ik heb een extra nacht in het hotel geboekt. Het voordeel is dat ik het grootste deel van mijn bagage in het hotel kan laten en vanavond gewoon terug kan keren. Ik ben op weg naar Ceske Svycarsko. Het Nationale park van de Noord-Bohemen. Het is zondag en ik verwacht veel toerisme maar dat blijkt bij aankomst reuze mee te vallen.

De fietstocht naar het Nationale park is er een van grote schoonheid. Prachtige bossen, kronkelende weggetjes, korte klimmetjes. Het is er prachtig. Er is wel een kleinigheid: ik ben naarstig op zoek naar Snuf de Hond. Althans, het dier lijkt op Snuf, maar heeft volgens mij minder goede bedoelingen. Het dier loopt zo´n vijftig meter voor me en wacht me bij elke bocht op. Dit schiet niet op zo. Ik moet steeds remmen en ben enorm op mijn hoede. Na verloop van tijd denk ik het dier van me af te hebben geschud, maar ik blijf op mijn hoede. Misschien is het wel zo´n Snuf die zich verdekt opsteld. En op het moment dat ik langs kom genadeloos toeslaat. Ze heten niet voor niets: Duitse Herders.

Ik fiets naar Menzi Louka en stal daar mijn fiets. Ik doe mijn rugzak om, neem geld, een kaart, het fototoestel en ..... water mee. Want het is een fantastisch warme, zeg maar hete dag. Mijn reisdoel is Pravcicka brana. Dit is de grootste natuurlijke rotsbrug van Centaal-Europa met een lengte van 26 meter, een breedte van 7-8 meter en een hoogte van 16 meter. Om deze informatie uit mijn reisgids persoonlijk na te meten besluit ik de 6 kilometer lange wandeling te ondernemen. De wandeling is er een van uitzonderlijke schoonheid. Prachtige vergezichten, rosten, kliffen het is er allemaal. Eenmaal boven aangekomen blijk ik mijn meetlaat te hebben vergeten. Dat na-meten moet ik laten voor wat het is. Daarom koop ik maar een bak soep en een waterijsje om mezelf te troosten.

Na ongeveer twee uren te hebben rondgekeken daal ik in in een uurtje weer af naar beneden. Ik zak af naar Hrensko, een gehucht dat tegen de Duitse grens zit aangeplakt. Van hieruit is het een wandeling van twee kilometer naar de Kamenicekloof. Deze smalle kloof ligt tussen loodrechte rotswanden van 50-150 meter hoog. Boten varen, tegen betaling, beide kanten op. Ik besluit kaartjes te kopen en alles me als een echte toerist te laten (er)varen.

Het is al tegen zevenen wanneer ik de terugtocht naar mijn hotel inzet. Het blijkt nog een inspannende rit te worden. De vele afdalingen, op de heenweg, moet schijnbaar weer gecompenseerd te worden. Behoorlijk moe bereik ik het hotel. Daar wacht ´mijn Oostenrijkse vriend´op me.

Hij en ik zijn de enige twee gasten in het hotel. Hij blijkt voor de eerste keer sinds 63 jaar terug te zijn in zijn geboortedorp, nadat hij er vanwege de oorlog verdreven is. Hij woont nu in Wenen en is 73 jaar oud. Hij ziet het als zijn laatste mogelijkheid om het dorp nog te zien. De gehele dag zwerft hij in het kleine dorpje rond op zoek naar herrinneringen. ´S ochtends ontbijten we en ´s avonds kletsen we wat bij over de belevenissen van de dag.

Oude mensen zijn interessant, ze kunnen verhalen.

Dag 17, zaterdag 16 mei 2009

Vandaag heb ik de joker ingezet en mijn tweede geliefde vervoermiddel ingezet: de trein. De benen waren aan een rustdag toe en daarbij viel het natuurschoon de afgelopen dagen een ietsje pietsje tegen. Daarom heb ik in de vroege ochtend treinkaartjes gekocht om van Litvinov naar Ceske Kamenice te reizen.

Het kopen van de treinkaartjes was een groot avontuur. Het station, ingericht als een doorsnee huiskamer, dient tevens als kaartverkoopruimte, bar en heeft nog veel meer functies volgens mij. De aanwezige dames spraken uitsluitend Tjechisch. Met handen en voeten heb ik uiteindelijk twee kaartjes weten te bemachtigen: voor mij en mijn fiets. Maar waarheen en waarna toe. Joost, mag het weten. Maar Joost is er even niet, dus die kan ik ook niets vragen. Dus, op hoop van zegen, pak ik de eerste trein die stopt. Gelukkig is het vrij normaal dat een fiets meereist op een Tsjechische trein. Tot zover het goede nieuws. Hoe die fiets met tassen en al vervolgens in de trein moet komen, en er uit trouwens ook, dat vermeldt het handboek niet. Met enig gehannes lukt het me om driemaal met fiets, tassen en al over te stappen.

Op een van de stations is een vrouw met twee kinderen erg behulpzaam is bij het vinden van de juiste trein. Als blijk van waardering geeft ik de twee kinderen een chocoladereep die ik toevallig bij me heb. Dit vormt de opmaat voor de vrouw om geld aan me te vragen. De gehele treinreis probeert ze me duidelijk te maken dat ze geld van me wil. En ik doe of ik haar niet begrijp. Mijn tactiek werkt van geen kanten, want ze blijft onophoudelijk aandringen. Als ik er genoeg van krijg maak ik haar duidelijk dat ik begrijp wat ze wil, maar dat ik geen geld ga geven. De ´liefde´is in ene over. Ik blijft het wel triest vinden........

Op het derde station raak ik in gesprek met twee jonge studenten. De jongen blijkt goed Engels te spreken en is onlangs in Leiden geweest. Het studeert ´vlees-etende-planten´in Praag. We hebben wat gepraat over Drosera. Het meisje was geinteresseerd in kikkers. Ze droeg er zelfs een met haar mee. Er schijnen in Tsjechie dertien species, soorten, te zijn. We hebben de gehele reis gepraat. Ik heb ze wat Engelse woorden geleerd en zij mij enkele Tsjechische. Bij het vierde station reisden zij verder en ik val met fiets en al uit de trein. Normaal uitstappen is namelijk onmogelijk. Gewoon het hele zakie laten vallen. Dan ben je ook buiten.

Enigszins weegmoedig neem ik afscheid. Dat is een nadeel van reizen. Ontmoet je ´s leuke mensen moet je weer verder. Niets moet natuurlijk, maar zo gaat het.

Op het vierde station moet ik anderhalf uur wachten op de volgende trein. De rit zal minder dan een kwartier duren. Ik besluit het laatste traject, 11 kilometer per fiets af te leggen. Die heb ik per slot van rekening toch bij me.

Ah... het zou §s tijd worden ook: een lekke band. Je bent niet in Parijs geweest zonder de Eifeltoren te zien. Geen fietsvakantie zonder lekke band. Al eerder deze vakantie dacht ik een lekke band te hebben. Een sissend geluid deed mij mijn fiets en stoppen en de banden controleren. Tot mijn stomme verbazing bleken beide banden keihard te zijn. Bij nadere bestudering bleek het sissende geluid uit een van mijn fietstassen te komen. Wat wilde het geval: mijn wereldontvanger was het stil zijn zat en had zichzelf geactiveerd. Precies een kanaal wat een voortdurend sissend geluid uitzond. Dat ze daar nu aardigheid aan beleven: een beetje fietsertje pesten. Maar ditmaal is het gelukkig echt. Na een half uurtje is het leed geleden en kan ik verder.

Aan het einde van de middag kom ik aan in Ceske Kamenice, op een voor Tsjechie, zo kenmerkend markplein. Daar wordt ik aangesproken door een Engels-sprekende man. Het blijkt de hoteleigenaar te zijn. Vriendelijk en snel checkt hij me in. Mijn fiets komt in de garage te staan en deze heeft een heus alarm. Vannacht zal er met mijn kolo dus wel goed gaan.

Dag 16, vrijdag 15 mei 2009

Zeven kilometer duurt ie nu al, die verschrikkelijke klim.

Vanochtend ben ik uit het gezellige Slavie-hotel vertrokken, waar ik gisteravond zomaar verzeild raakte in een familiefeest. De dochter van het gezelschap sprak Engels, was geinteresseerd in mijn reis en voor ik het wist zat ik het feest een beetje mee te vieren.

Na vier kilometer begon ie, die eh .. klim dus. En nu fiets ik hier al ruim een uur. En het eind lijkt nog lang niet in zicht. Lijkt, want ik zie niets, geen hand voor ogen. Wat op zich niets uit maakt want met een hand voor de ogen zie je ook niets. Behalve mijn gedachten over een hand en een paar ogen is er mist. Hele dikke. En die maakt dat ik geen idee heb wanneer deze klim ophoudt of het uberhaupt wel sprake van een eind is. Misschien fiets ik wel rechtstreeks de hemel binnen. Hallo, daar ben ik dan........

Behalve de mist is het koud. Heel koud! Onze lieve heer weigert de kachel op te stoken. De temperatuurmeter geeft maar 5 graden aan. Boven nul, dat dan nog wel weer. Ondanks het harde werken is mijn hele lichaam koud, koud, koud. Ik vloek, maar dat geeft ook niet echt veel warmte af. Ik stop en trek alle kleding aan die ik heb aan: T-shirts, truitjes, fleece-jas. Ik voel me net een Michelin-mannetje en zo zie ik er ook uit. Tijdens een plaspauze bedenk ik me: hoe lauwer de pis, hoe kouder het is!

Mijn vingers zijn helemaal wit. doen ze altijd wanneer ik het echt koud heb. Dat had ik als kind al. Kreunend, puffend, steunend vervolg ik mijn weg. De weg die, op dit moment, met steun van de Europese Unie geasfalteerd wordt. De werkmannen lachen me na wanneer ze me zien ploeteren. Ze roepen ook. Vast iets van: goed van je joh! Of, enorme lulhanes ga toch lekker met een paar lekkere chiks aan de rand van het zwembad zitten met een Pino Colada en laat je eens verwennen. Ik kies voorlopig voor het eerste en fiets door, maar weinig gestaag. Meer dan 9 kilometer duurt de klim nu al en ik begin deze berg behoorlijk irritant te vinden. Ik overweeg om het boeltje er bij neer te gooien. Maar als ik dat doe moet ik het boeltje ook weer oppakken voor ik verder ga. Dat kost tijd en moeite en levert me natuurlijk weer niets op. Nee, gewoon doorgaan. Na 11 kilometer begint er licht aan de horizon te schijnen. Spreekwoordelijk dan want het zicht is minder dan 20 meter, ik zie geen licht en van een horizon is al helemaal geen sprake. En en is nog steeds bar en bar koud.

Halleluja, mijn gebeden zijn verhoord. De top is bereikt. En dat na ruim twee uur klimmen. Ik maak me klaar voor de afdaling en trek me kleren tot over mijn kin. Het is zo koud dat ik nauwelijks kan sturen. Een te korte en veel te koude afdaling volgt. Ik besluit bij het eerste, dus beste, restaurant binnen te vallen. Ik bestel een bak thee en een hete knoflooksoep. De barvrouw ziet dat ik het erg koud heb en stookt speciaal voor mijn de houtkachel op. Ik wil haar wel zoenen maar dat kan natuurlijk verkeerd uitgelegd worden. Dus dat doe ik maar niet. De twee aanwezige honden likken me vervolgens een beetje warm.

Na wat te zijn opgewarmd zet ik koers richting Chomutov. De route is niet van buitengewone schoonheid en eenmaal in Chomutov aangekomen bevalt me dit dorpje maar matig. Het is nog vroeg en ik heb goede zin en daarom besluit ik verder koers te zetten naar Litvinov.
Het is gelukkig wat warmer geworden, echter de route blijft me maar matig boeien. Het fietspadennet is hier niet helemaal sluitend en ik ben genoodzaakt om halfverharde paden te kiezen, wat overigens heel leuk fietsen is, echter ik moet ook een behoorlijk stuk langs een doorgaande weg, en dat is minder. Er is veel industrie en ik passeer kort voor Litvinov een heuse kerncentrale. Op het einde van de middag kom ik aan in Litvinov en vindt na enig zoeken een hotel.

Tussendoor

Beste Volgers,

Wat een leuke reacties. Ik kan er dus nog steeds niet persoonlijk op reageren, maar reken maar dat ik ze met veel plezier lees. Everhard: tof dat je meeleest en schrijft. Mara: Ambulances genoeg hier ..... Klaas en Elsa: van harte met het behalen van de eerste echte grote prijs!!!!!!

vrijdag 15 mei 2009

Dag 15, donderdag 14 mei 2009

Wat een topdag is het vandaag!!

Even terugkomen op gisteren: er moeten ook minder mooie dagen zijn, om mooie dagen te herkennen. Als elke dag een mooie dag zou zijn, dan wordt dat gaandeweg normaal en niet meer mooi. En dan heb je alleen nog maar minder mooie dagen. En dat zou jammer zijn. Daarom is het goed een minder goede dag te hebben.

Vandaag gaat alles als een zonnetje. De benen zijn hard als staal, het weer is best, de temperatuur is goed en er is wind, vooral tegen, maar dat kan me niet deren. De route is Tsjechie op z´n allermooist. De route voert de gehele dag langs de Ohre, een prachtig, wildstromende en kronkelende rivier. Ik rijd op rustige wegen, door de heuvels, langs rotsen, door dorpjes....... beste volger: u heeft een beeld.

Karlovy Vary is een mooie stad maar iets te druk voor mij, klopt Elsa. Ik heb er in de avond en in de ochtend twee flinke wandelingen gemaakt en toen besloten maar weer koers te zetten naar rustigere oorden.

De flora onderweg is van buitengewone schoonheid. Witte hoornbloem, kaasjeskruid teveel om op te noemen. De uitzichten zijn werkelijk geweldig. Het fietsen gaat als een speer. Ik ben superfit.

Mijn eerste stop is in een restaurant waar ik een bak thee bestel. Op mijn vraag of er ook een koek is antwoord de man dat het dit niet in huis heeft, maar dan zijn vrouw deze zal halen in het dorp. Voordat ik bezwaard kan aangeven dat ik ook zonder koek wel verder kan, hoor ik de auto starten en is de vrouw al onderweg. Tien minuten laten krijg is de lekkerste apfelstrudel voorgeschoteld die ik ooit gegeten heb. Ik geef, aan de reactie van de man af te lezen, een iets te grote fooi en vervolg mijn weg.

Rechts doemt een rij prachtige, zwaar verwaarloosde huizen aan. Ik ben zo gegrepen door de vormgeving en architectuur dat ik er veel foto´s van maak. De huizen zijn onbewoonbaar verklaard en worden binnen afzienbare tijd afgebroken, zo verteld de enig overgebleven bewoner me. Eeuwig zonde. Op de Unesco werelderfgoedlijst ermee!!

Tijdens mijn tweede stop vandaag eet ik kabalsco op aanraden van de eigenaar. Gisteren heb ik ook op aanraden van de eigenaar iets geprobeerd: een leverworst door midden gesneden, gelegen in het zuur, met zure ui, pimentkorrels en ter garnering een laurierblaadje. Een bijzondere smaakervaring viel mij ten deel. Echter, vandaag was het smikkelen en smullen: een salami-achtige braandworst met brood en ketchup en mosterd. Ik heb er nog een besteld. Jammie!

Het fietsen gaat lekker en rustig, ik heb tijd zat en besluit een tussenstop in te gelasten bij een kasteel. Na een flinke klim sta ik voor een gesloten poort. Na wat foto´s te hebben gemaakt wil ik opstappen wanneer er een meisje aan komt gelopen. Ze blijkt de kasteeelbeheerder te zijn en opent voor mij de poorten van het kasteel. Zakenvrouw als ze is verkoopt ze me eerst kaartjes waarna ze giechelend en huppelend de deuren open doet en de poorten van het slot doet.

Het kasteel is sterk in verval geraakt, er is een botanische tuin met enkele bijzondere soorten. Onderhoud wordt er nauwelijks gepleegd. Aan het einde van mijn bezoek wil het artestiekerige meisje me de ridderzaal laten zien, echter de deur wil ze alleen openen als ik meega: ze is nl bang. Geen goede eigenschap voor een kasteelbeheerder dunkt me, maar ik ga mee en bekijk de ridderzaal.

Er blijkt ook een heus kasteelwinkeltje te zijn en er staat een bed waaruit ik opmaak dat ze er ook wel zal overnachten. Ik geef haar een fooi en wens haar het beste met zichzelf en het kasteel.

Via prachtige paadjes die nog steeds langs de rivier voeren kom ik aan in Klasterec nad Ohri. Een piepklein plaatsje waar niets gebeurt. Dat moet ik hebben. Ik vind er een prettig hotel en maak nog een wandeling in het dorpje.

Hopelijk vind ik morgen onderweg weer Kabalsco.

Na Shledanou!

donderdag 14 mei 2009

Dag 14, woensdag 13 mei 2009

Cheb binnen rijden was meer easy dan er uit te geraken. Je kunt er aan alle kanten uit hoor, maar de goede kant, dat is lastiger, Nu is elke kant in principe de goede kant maar niet als je een plan hebt om een bepaalde kant op te gaan. Dan is er maar een goede kant.

Het reisdoel is Karlovy Vary. Ongeveer 90 kilometer verderop. Ik heb er nu al 17 kilometer opzitten en ben nog steeds in de stad waar ik gisteren aankwam: Cheb. Ik rijd maar rondjes en kan de 16 maar niet vinden. Eindelijk vind ik ´m dan. Een ontbrekend bordje is de oorzaak van mijn zoektocht... een zeldzaamheid want de route staat doorgaans prima aangegeven.

Ik stop in natuurreservaat SOOS. SOOS is een moerassig gebied vol warmwaterbronnen. Heel bijzonder voor dit deel van Europa heb ik me laten vertellen. Er is in dit gebied nl sprake van vulkanische activiteit. En dat maakt dit het gebied, dat toegankelijk is d.m.v. een 1,2 kilometer lang knuppelpad, vol zit met borrelende vulkaantjes. Aanvankelijk denk ik dat de vulkaantjes een rustdag hebben ingelast, precies nu ik er ben. Echter halverwege de route zie ik her en der in het maanlandschap verschillende borrelende vulkaantjes en bronnen. Heel bijzonder om te zien. Een leuke tussenhalte.

Tot zover het goede nieuws. De benen willen vandaag niet. Het rondtrappen der pedalen gaat stroperig en stroef. Ik heb mijn knie gestoten, een flinke jaap in mijn vinger gesneden, ben tegen een stoeprand gebotst enz, enz..... Echt zo´n dag die vrouwen ook moeten kennen. Na 46 km hervind ik mezelf enigszins. Na 88 kilometer kom ik in Karoly Vary, en vindt na enig zoeken een iets te duur hotel, tegenover het centraal station. Het was mijn dag niet.......

woensdag 13 mei 2009

Dag 13, dinsdag 12 mei 2009

Wie heeft toch het woord fietsvakantie uitgevonden. Het moet door iemand bedacht zijn die het woord nooit in de praktijk heeft gebracht. De combinatie van woorden klopt namelijk niet: fietsen is prima, vakantie is prima. Echter de combi spoort niet. Fietsen en vakantie gaan niet samen!

Deze gedachten komen bij mij op tijdens het beklimmen van de beboste hellingen van het kuuroord Marianske Lazne. Door stom toeval vond ik meteen de juiste route. Elke route is natuurlijk de juiste, maar voor mij was dit de allerjuiste. Hier wilde ik naar toe. Ik ben al 6 kilometer mezelf naar boven aan het torsten en het einde is nog niet in zicht. Het begint nu op een fietswerkkamp te lijken.

Na 10 kilometer gloort er hoop aan de horizon en lijk ik de top bereikt te hebben. Een lange, snelle, afdaling is mijn loon. Fietsvakantie is weer een prima woord. Ik heb geen zin om veel te remmen mede omdat ik mijn beloning tot het uiterste wil uitnutten. En ook omdat ik tot nu toe nog geen tegemoet komend verkeer heb waargenomen.

In het kuuroord zijn, volgens de reisgids, meer dan 40 warmwaterbronnen. Mijn plan was om ze allemaal uit te proberen. Echter mijn plan viel in duigen. Om de warmwaterbronnen heen zijn hotels gebouwd. Om gebruik te kunnen maken van het warme water moet je via een centraal bureau een reservering plaatsen. Teveel gedoe voor mij en daarom zoef ik nu met grote snelheid van deze berg af.

Omdat er geen verkeer is neem ik zo af en toe een binnenbochtje en dat wordt me bijna fataal. Want bij de zoveelste haarspelbocht komt mij een bus tegemoet. Ik moet vol in de remmen en mis de bus op een haar na. En dat is goed. Want de bus op een haar net niet missen is veel minder goed. Met de nodige schrik in de benen daal ik verder, maar nu veel rustiger, de berg af.

Mijn reisdoel voor vandaag is de stad Cheb. Een middelgroot stadje in het Zuid-Westen van Tsjechie, stijf tegen de Duitse grens aangeplakt.

Na 15 kilomter besluit ik een korte stop in te gelasten en zet mezelf neer in een bushokje. Een wachtende vrouw probeert een gesprek aan te knopen, in vloeiend Tsjechisch. Ik probeer haar duidelijk te maken dat Tsjechisch spreken me nog niet helemaal goed afgaat, echter dit weerhoudt haar er niet van om me 15 minuten lang met een spraakwaterval van woorden te overladen. Dit is verdorie geen pauze meer. Ik hoop maar dat de bus snel komt.

Na deze pauze fiets ik moeizaam verder. Ik heb een ambivalente verhouding met rustpauzes. Je weet dat je ze moet houden, maar vaak gaat het fietsen na een pauze minder goed, dan daarvoor. En zo is het nu ook. Met benen die voelen als schuimrubber vervolg ik mijn weg.

Tot dusver voert de rit me door beboste delen afgewisseld met weilanden en akkers. Af en toe kom ik over een soort van landgoed met bloeiende kastanjelanen. Erg sfeervol. De weggetjes zijn smal en stil.

Na 27 kilometer stop ik in Dolni Zando, een piepklein dorpje met een restaurant. In het lokaaltje staan 5 tafels en bijbehorende stoelen. Er staat een biljart, alles is van hout en in de hoek staat een houtkachel. Er hangt een tv aan de wand die voordurend liedjes laat horen die me erg aan het songfestival doen denken. Ik haat het songfestival.
Er zitten drie mannen. Vanaf mijn binnenkomst ben ik bezienswaardigheid nummer 1 voor hen. Ze gapen me onophoudelijk aan en vergeten zelfs hun bier op te drinken.
Bij gebrek aan soep besluit ik om een mattoni en een pommes frites te bestellen en hoop maar dat ik geen sorbet krijg.

De woorden gezellig uit eten hebben in Tsjechie een bijzondere betekenis. Echt gezellig maken de Tsjechen het niet in de restaurants. Je kunt er doorgaans lekker eten, echter de gezelligheid zul je zelf moeten maken.

Na anderhalve week fietsen heb ik wel wat gemeenschappelijke kenmerken van de Tsjechen ondekt: IJshocky is volkssport nummer 1. Overal waar tv´s hangen worden wedstrijden uitgezonden en herhaald. De mensen zijn er hier gek op. Er wordt veel gegokt. In elk beetje dorp en stad zijn te kust en te keur goktentjes te vinden, volgens de infoborden 24 uur per dag geopend, maar dat heb ik niet gecontroleerd. Bijna iedereen op het platteland heeft een blaffende viervoeter. Gelukkig zitten de meesten goed achter slot en grendel.

Aan het einde van de dag kom ik aan in Cheb en vindt snel een goed hotel. Volgens mijn reisgids is het goed toeven in Cheb. Dus ik ga hier maar ´s wat toeven.

pedal on for miles, pedal on............
Na sledanou!

dinsdag 12 mei 2009

Dag 12, maandag 11 mei 2009

Dobre den,

Vandaag een dag met twee gezichten. Letterlijk en figuurlijk. Allereerst het weer, de dag begon met flinke regen. Een mooie gelegenheid om het weblog bij te werken in het plaatselijke infocentrum. Toen ik daar mee klaar was begon de lucht te breken en werd het droog. Gedurende de dag werd het behoorlijk warm. Aan het einde van de dag begon de lucht te betrekken en begon het te miezeren. Dat was gezicht nummer 1.

Ik ben vanochtend uit Horosovky Tyn vertrokken en maak meteen een onbedoelde extra lus van 12 kilometer. Het brengt me in een verlaten stukje Tsjechie. De dorpjes waar ik door rijd zijn dood, verstild en de huizen die er nog staan zwaar zijn verwaarloosd. In Krakov koop ik in de plaatselijke COOP wat water en drinkyoghurt. Dat het ook anders kan bewijst een jongeman die al aan een flesje bier lurkt, en dat op dit uur van de dag.

De avond tevoren heb ik mijn eerste wasje gedaan. Helaas was de was nog niet helemaal droog en daarom heb ik het natte wasgoed aan mijn fiets en tassen bevestigd. Het wappert alle kanten op. Ik voel me nu net een fietsende waslijn. De belangstelling voor mijn fiets, en vooral voor mijn stuur, was toch al groot, maar het aantal mensen dan me nu aangaapt en nastaart wordt steeds talrijker.

In Straz besluit ik het roer rigoreus om te gooien. D.w.z. ik besluit mijn routeplan voor deze dag te wijzigen. Ik ga niet naar Tachov maar naar Marianske Lazne. Hierdoor zal ik vandaag ongeveer 80 moeten fietsen. En dat is dan meteen gezichtnummer 2. De benen willen namelijk heel goed vandaag, echter mijn hoofd niet. Ik trek in mijn hoofd wat verkeerde, sombere, laadjes open. Het lijkt me daarom verstandig om maar flink door te fietsen en proberen weer goede moed op te doen.

Van Straz voert de doorgaande en zeer drukke, en daardoor gevaarlijke 195, naar Bor. Ik trek me reflecteerende vestje aan en probeer te overleven. Het is zoiets als fietsen langs een willekeurige Nederlandse snelweg met verkeer dat je op 30 cm. afstand met ruim 100 km. per uur passeert. Het grote verzet er op en zo snel mogelijk wegwezen. Met de belofte dit soort wegen in de toekomst zoveel mogelijk te vermijden draai ik een veel rustiger landweggetje op.

De route voert deels over onverharde zand- en kiezelpaden en door uitgestorven dorpjes. Prachtig! Net na het dorpje Doly koers ik onder de E50 door, de belangrijke snelweg, van de West-Bohemen, die Neurenberg met de stad Pilzen verbindt. Opeens heb ik het magische getal van 500 km. op mijn teller staan.

Ook vandaag passeer ik weer vele spoorwegovergangen. Deze moeten met de nodige omzichtigheid worden genomen. Er is er namelijk niet een vlak. Dus afremmen en stapvoets passeren.

Nemluvium Ceskz betekent zoveel als: ik spreek geen Tsjechisch. Deze zin staat in mijn WAT-EN-HOE-boekje. Vond het altijd al een vrij overbodig zinnetje, want dat ik geen Tsjechisch spreek merkt een Tjsech toch snel genoeg zou je zeggen. Toch heb ik zinnetje uit mijn hoofd geleerd en ik gebruik het regelmatig. Het gebeurt me dan heel vaak dat een Tsjech in vloeiend Tjechisch terug antwoord. Kijk het zinnetje klopt ook niet. In het Tjechisch zeggen dat je geen Tjechisch spreekt .... dat werkt verwarring. Om aan alle verwarring een einde te maken daarom nu mijn suggestie aan de redactie van WAT-EN-HOE. Neem de volgende zin op in het boekje: in mijn wat en hoe boekje staat de zin dat ik geen Tsjechisch spreek, dat is juist en die zin spreek ik nu uit.

Aan het einde van de dag moet ik toch weer een doorgaande weg nemen. Er is helaas geen alternatief. Sinds een week zie ik weer een Tesco en een Lidl. En wie Lidl zegt mijn persoonlijke dropdealer in Tsjechie. Ik haal een zak en bevestig deze op een zeer creatieve wijze, met een schoenveter, aan mijn stuur. Vijf kilometer later is de zak leeg.

Tsjechen houden erg van honden, en die honden, naar ik hoop, zijn ook dol op de Tsjechen. Ik houd ook van honden, echter niet van Tsjechische honden. Met mij kunnen ze het nl. op een of andere manier een stuk minder goed vinden. Blaffend en grommend tonen ze telkenmale hun witte tanden aan mij. Het is maar goed dat de meeste van de honden veilig achter omheiningen en hekwerken zitten anders was ik al meerdere malen met huid en haar verslonden. En dat is niet bevordelijk voor het vervolg van mijn reis.

In Marianska Lazne, een belangrijk kuuroord met warmwaterbronnen, aangekomen stopt met kilometerteller precies op het moment dat mijn fiets en ik ook stoppen. Dat komt nog ´s goed uit. De stand voor vandaag is uitgekomen op 82 kilometer.

Na Shledanou!

maandag 11 mei 2009

Tussendoortje

Hallo lieve volgers,

Het is ontzettend leuk om jullie reacties te lezen. Het geeft brandstof om door te gaan.
Een persoonlijk berichtje sturen lukt me helaas niet. Iets met een account ofzo. Ik lees echter alle reacties en nogmaals, erg leuk om te weten dat je gestalkd wordt.....

Gerrit Pleijte

zondag 10 mei 2009

Dag 11, zondag 10 mei 2009

Vandaag begon de dag vroeg met een uurtje hardlopen. De afgelopen week heb ik dat enkele malen na het fietsen gedaan, maar dat werkt niet. Dan zijn de benen te zwaar. Dus nu maar vroeg uit mijn nest en lopen maar. Ik passeer enkele woningen en de honden slaan meteen aan. Als ik al lang voorbij ben blaffen ze nog, en dat om 7.00 uur in de ochtend. Als ik een half uur later weer passeer herhaalt het tafreel zich opnieuw. De bewoners zullen blij met me zijn. Na het ontbijt stap ik op mijn fiets en .... passeer opnieuw de honden. Ik beloof de bewoners plechtig dat dit de laatste keer zal zijn.

Vandaag is mijn doel Horsovsky Tyn. Waarom?
1. omdat het stadje een prachtige, beetje horrorachtige naam heeft, spreekt maar ´s uit
2. omdat ik wil onderzoeken waarom het niet in mijn reisgids staat
3. omdat het op de route ligt, wat slechts ten dele waar is omdat ik de route zelf uitstippel. Als ik een andere route had gekozen had H.T. het niet op de route gelegen en was ik er natuurlijk nooit terecht gekomen

De wind is vandaag is tegen me en ik fiets vele kilometers op vals plat, met de nadruk op vals. Het douchen in de ochtend wordt op deze manier een zinloze bezigheid. Ik ben na een half uur fietsen natter dan wanneer ik onder de douche vandaan kom. Gelukkig wordt ik rijkelijk beloond met een fantastische afdaling waar ik snelheden bereik van 63 kilometer per uur. Tijd om in de remmen te knijpen, het wordt wat te gek.

Bij Filapova Hora besluit ik van mijn oorspronkelijke route af te wijken. Het is een behoorlijk omweg maar de alternatieve route lijkt mooier. Wat maakt het ook uit, eigenlijk is deze reis een grote omweg.

Ik stop in Domazlice, een middelgroot stadje met een prachtig plein. Ik bestel een flesje Jahody, aardbeiensap, en krijg een reuzenaarbeiensorbet, die ik natuurlijk met tegenzin opeet..... De temperatuurmeter geeft 43 graden C. aan. Hij lijkt me wat in de war. Maar een goede 30 graden is het zeker. Ik vervolg ik mijn weg. De rit van Pelechz naar Tlumacov is een lange afdaling over een afstand van 1,9 kilometer. De teller maakt overuren en ik voel me net een formule 1 coureur.

Rond 15.00 uur rol ik Horsovsky Tyn binnen. Waar ik incheck in het Sumava Hotel. En daar heb ik misschien de eerste reden waarom H.T. in mijn reisgids moet worden opgenomen. De dame aan de incheckbalie heeft .... ja, sorry, enorrrrrme grote borsten. Ik kan er niet omheen. Ik weet niet of dit een legitiem argument is om H.T. in de reisgids op te nemen, maar ik zou het doen. Een publiektrekker van jewelste. Alhoewel, wanneer deze dame een andere betrekking vindt en haar opvolgster heeft kleinere borsten, dan moet de reisgids weer worden aangepast. Bij nader inzien misschien toch niet zo´n goed plan.

Dag 10, zaterdag 9 mei 2009

Momenteel sta ik de droom van elke fietser te verwezelijken: ik sta in Hartamice, waar ik de nacht hebt doorgebracht in een hotel dat gerund wordt door twee vadsige vrouwen, in de plaatselijke drogerie zonnebrandcreme te kopen. En het valt helemaal nog niet mee om een keus te maken. Er zijn maar liefst zes flesjes met dezelfde factor, hetzelfde merk en dezelfde hoeveelheid. na lang wikken en weken besluit die ene maar te nemen.

Zonnenbrandcreme! De temperatuur bereikt nl. aarden die dicht tegen de dertig klein nulletje C aan liggen. Heerlijk! De zon schijnt uitbundig, er staat nauwelijks wind en er is geen wolk aan de hemel te zien. Het hete asfalt zuigt inmiddels aan mijn banden, terwijl ik me omhoog werk op de zoveelste helling van vandaag. Ik zeg maar zo: hoe heter de teer, hoe beter het weer.

Ik besluit het vandaag wat anders aan te pakken dan ik de voorgaande dagen deed. Ik plan halverweg de route een leuke bezienswaardigheid. Leuk voor de afwisseling en een goede reden om te rusten.Het maken van veel kilometers hoeft ook geen doel op zich te worden. Vandaag is kasteel Verthalice mijn doel. Het blijkt een mooie ruine te zijn van een kasteel dat gebouwd is in de 13e eeuw. De moeite waard.

In een dorpje geef ik een spelend jongetje een snoepje. Binnen mum van tijd heb ik een hele schoolklas bij me staan. Zoveel snoepjes heb ik niet. Een jongetje vraagt me om mijn pet. Mijn pet is me heilig met deze zonnige omstandigheden, dus mijn pet krijgt hij niet. Sinterklaas geeft zijn mijter toch ook niet weg, weldan?

In het midden van de middag kom ik aan in Korsky. Het valt aanvankelijk nog niet mee een overnachtingsadres te vinden, echter uiteindelijk lukt het om in een prima penzion te overnachten.

Dag 9, vrijdag 8 mei 2009

Gisteravond raakte ik aan de praat met een jonge vrouw. Ze vertelde dat de mensen in haar dorpje het niet breed hebben. De mannen werken in de houtindustrie, zijn schilder of stucadoor en willen maar een ding....... De vrouwen zorgen voor de kinderen en het huishouden. Om deze redenen en vanwege de geisoleerde ligging van het dorpje wil ze er graag weg. Ze was droevig gestemd over haar toekomst. Ik mompel nog wat over de Wehkamp en de Otto, maar ze kijkt me vragend en niet begrijpend aan. Na een goed glas bier gaan we ieder onze eigen weg. Hopelijk gaat ze haar dromen waarmaken.

Ik volg de 39 die me naar het Narodni Sumava National Park voert. Ik wil er vandaag helemaal doorheen fietsen. Het schijnt een prachtig park te zijn. Het is vandaag voor de Tsjechen een Nationale feestdag. Het valt me op dat er veel Tsjechen met moutainbikes of kano's op het dak van hun auto rijden. Het vreemde is dat ik tot nu toe niemand heb zien fietsen en kanoen. Misschien is het wel Nationale-kijk-mij-toch-eens-rijden-met-mijn-moutainbike-of-kano-op-het-dak-feestdag. Vreemde jongens die Tsjechen. Je kunt natuurlijk ook gewoon op een Nationale feestdag met je auto door een omheining rijden, en de Koninklijke familie op haar na missen. Veel normaler.

Bij Horni Vltavice passeer ik Nightclub Pussycat, mehr Madchen, en sla af richting de 33. Fantastisch mooi is het hier, Oostenrijk met het liefelijke van de Ardennen, maar dan in Tsjechie. Voor Borova Lada stop ik bij een aantal kappeltjes. De bijbelse schilderingen zijn zo mooi dat ik ze allemaal fotografeer.

Iets verderop zie ik de eerste sneeuw, of de laatste. Het is maar vanuit welk perspectief je het bekijkt. Vauit de sneeuw bekeken zal het de laatst wegsmeltende sneeuw zijn. Voor mij is het de eerste sneeuw die ik in Tsjechie zie.

Na 40 kilometer fietsen is het tijd voor een tussenstop, het wordt Kvilda, een typisch bergsportdorp met veel berghotels en restaurantjes. Ik doe me tegoed aan een kop lauwwarme, vette soep en vervolg mijn weg.

Ik besluit op deze warme dag nog een extra lus aan mijn voorgenomen route vast te plakken. Na een flinke afdaling kom ik op een brug te staan. Voor mij ...... de meeste steile berg die ik ooit heb gezien. Stijgingspercentage, geen idee. Dit gaat pijn doen, heel veel pijn. Enkele ATB¨ers voor mij komen onverrichtezake en met rood aangelopen gezichten terug en stammelen zoiets van: niet te doen! Ja, niet te doen... ik moet het wel doen. Terug gaan is geen optie en om mijn reisdoel te bereiken voor het donker wordt zal ik toch echt deze berg moeten bedwingen. Ik neem twee slokken water en begin aan de helse tocht. Ik concentreer me op mijn benen, ik moet blijven fietsen vanuit mijn benen. Ik probeer lichter te schakelen, maar lichter kan niet. Het zweet gutst me werkelijk uit alle porien. De Cube steunt en kreunkt voor het eerst deze reis. Ik kreun mee. Ik stap niet af, dat is mijn eer te na. Ik ben halverweg. Het wordt me zwart voor de ogen. Ik ga door... de laatste 50, 40, 30... 10 meter. Ik heb het gehaald, wat een helse klim. Ik ben kapot. Applaus van een aantal aanwezige ATBers valt mij ten deel. Ik voel me net een renner die een etappeoverwinning heeft behaald in de Tour de France. Met dit verschil dat deze doping gebruiken en dat de etappe voor hen is afgelopen. Ik moet nog een stuk. Het vervolg is ook lastig. Uiteindelijk rijd ik het Nationale Park uit met gemengde gevoelens. Wat was het een mooie rit, maar wat was het laatste stuk zwaar.

Ik rijd Hartmanice binnen en besluit het beste, duurste en meest exclusieve hotel te nemen. Gelukkig is er maar een en ze hebben nog een plaatsje vrij. Eigenlijk hebben ze nog wel meer plaatsjes vrij. Ik ben de enige die de nacht in de hotel gaat doorbrengen. Mijn fiets mag ik stallen in het werkhok voor de klusjesman. Welterusten kolo!

donderdag 7 mei 2009

Dag 8, donderdag, 7 mei 2009

Thats the end of the world!!!. Dat zei de beheerder van het pension vanochtend toen hij me vroeg waar de reis vandaag naar toe ging. Ik antwoorde Varonly, gelegen in het Sumavagebergte. Deze bergen vormen de natuurlijke grens tussen Duitsland, Oostenrijk en Tsjechie. Ze maken ook deel uit van een Nationaal Park.
Zijn woorden klonken me als muziek in mijn oren. Cesky Krumlov is een prachtig stadje daar niet van. Echter, wanneer een stadje op de UNESCO werelderfgoedlijst komt te staan, heeft dit een grote aantrekkingskracht op toeristen. En dat heeft weer tot gevolg dat talloze souvenirswinkeltjes en restaurantjes het stadje ontsieren. Daarbij opgeteld de hordes Jappaners..... Ik vond het er prachtig, voor een dag, maar ben blij dat ik op weg ben naar het eind van de wereld, in Tsjechie dan.

Ik bevind al snel me weg naar de 32. De eerste 10 killometer gaan smooth. Daarna kom in het Sumavagebergte. Het is er inderdaad erg rustig en wondermooi. Ik passeer verschillende slaperige en dromerige dorpjes en talloze prachtige weggetjes. Weggetjes met niemand. Ik krijg een drietal flinke klimmetjes (1000 meter) voor de kiezen. Het transpiratievocht stoomt uit alle lichaamsopeningen en van alle kanten me lichaam af.

Het is 12.00 uur, ik heb er 30 kilometer opzitten. Tijd voor een stop. Ik betreed een klein restaurantje en beland in de pauze van stucadoors, schilders en andere werkmannen die kennelijk in het dorpje werkzaam zijn. Het bier vloeit er rijkelijk en het is er rumoerig. Ik bestel een kop soep en een glas bananensap. Ik word bediend door de allermooiste serveerster die ik ooit heb gezien. Ik bestel achter elkaar nog twee glazen bananensap. Tja, de hormonen moeten ook wel 's naar de kermis, nietwaar. Ik wil haar wel zeggen dat ze hier haar tijd loopt te verdoen. De voorkant van de Wehkamp of de Otto of zo behoort ook tot de mogelijkheden. Maar ja, ze loopt heel druk heen en weer te rennen om de werkmannen van bier te voorzien. Ik laat het maar zo, en zij waarschijnlijk ook.

Ik ben al weer een half uur onderweg, wanneer me een vreemd gevoel bekruipt. Het gevoel van: ga ik wel in de goede richting. Na bestudering van de kaart blijkt dit inderdaad het geval te zijn, d.w.z. ik ga dus niet goed. Gewoon terug rijden en genieten.

Op de volgende klim staat me op de top een verrassing te wachten. Wanneer je een top bereikt is dat zo wie zo een verrassing. Niet voor de top trouwens, die ligt al tijden te wachten. Die heeft toch niets anders te doen. Ik zou ook rustig wachten als ik top was. Maar voor mij is er wel een verrassing: achter de top schijnt de zon. Hij is terug van weggeweest. Ik doe mijn jasje uit en laat me verwarmen door deze gouden kogel. Het kan me niet warm genoeg worden, ik gedij prima bij warmte en hitte. De temperatuur zal vandaag net de 20 graden niet raken.

Onderwerg probeer ik een foto te maken van Jezus en mij. Wie wil er nu niet met hem op de foto. In Tsjechie heb je daarvoor vele kansen. Jezus hangt zo ongeveer op elke straathoek. Mijn fototoestel posteer ik op een container en ik, en CUBE (mijn fiets) ga voor Jezus staan. Afstandbediening in de aanslag om het fototoestel te activeren. Shit, het toestel staat te ver weg. De container verplaatsen lukt niet en Jezus verplaatsten lijkt me ook geen optie. Die hangt daar al jaren. Ik besluit dichterbij te lopen, de afstandbediening te bedienen en dan snel naar Jezus rennen. De eerste keer mislukt dit. Op de foto is mijn rug te zien. De tweede keer ben ik sneller maar ook op deze foto is mijn rug te zien. De derde poging gaat ook in rook op. Net voordat ik een vierde poging overweeg zie ik vanuit mijn ooghoeken dat dit hele tafreel is gadegeslagen door 20 pauzeerde fabrieksarbeiders. Ze lachen zich helemaal slap. Ik lach maar vrolijk mee en besluit het bij 3 pogingen te laten. Vandaag zal het tussen Jezus en mij niet meer goedkomen.

De flora is voor een belangrijk deel door de bloei heen. Alleen de paardenbloemen, de dotterbloemen, het look-zonder-look bloeien volop. Die leveren prachtige plaatjes op.

Na 72 kilometer, rond 15.30 uur, arriveer ik aan het eind van de wereld: Valorny. Een arbeidersstadje, duidelijk niet al te rijk. Na verschillende vruchteloze pogingen vind ik uiteindelijk een hotel, tegenover het stationnetje. Het is er niet helemaal schoon, maar wel voor weinig. Maakt niets uit, ik ben snel tevreden.

woensdag 6 mei 2009

Dag 7, woensdag 6 mei 2009

Ik sta voor een dilemma: zal ik mijn sinaasappel opeten of niet. Als ik hem niet opeet zeul ik toch extra gewicht mee. Een sinaasappel weegt toch al snel 300 gram. Als ik hem opeet verdwijnt er tenminste 250 gram in mijn lichaam, het gewicht minus de schil. Als de verbranding snel op gang komt breng ik het gewicht terug naar 100 gram. Met deze redenering is er dus veel voor te zeggen om de sinaasappel op te eten. Bovendien: ik heb er gewoon zin in.

Ik ben op weg naar Cesky Krumlov: een mooi bewaard stadje uit de 13e eeuw. Het schijnt tegenwoordig een van de meest bekeken trekpleisters van Tsjechie te zijn. Het is een bewolkte dag en het miezert. Het is nog een hele toer om de hoofdstad van de Zuid Bohemen (Ceske Budejovice) te verlaten. Nou ja, het verlaten wil wel maar de 12 vinden, dat is een groter probleem. Tsjechie heeft namelijk een fantastisch fiets-route-wegennet. Deze routes worden aangeven met gele bordjes het routenummer. Ook op mijn kaart staan deze nummers. Aan de hand hiervan plan ik mijn route. Wanneer je deze routes volgt dan ben je verzekerd van mooie en rustige wegen. De 12 gaat mij naar Ceskz Krumlov leiden.

Gisteren ben ik door een domme navigatiefout op een drukke doorgaande weg terecht gekomen. Vrachtautos zoefden op 30 cm. afstand met 130 kilometer voorbij. Ik moest op deze weg een afstand van 20 kilometer overbruggen. Er was geen ontsnappen aan. Het grote verzet erop en zo hard mogelijk trappen. Blij dat ik dat avontuur heb overleefd!

De Tsjechen hebben veel belangstelling voor mijn fiets en daarbij behorende tassen. Ik word veel nagekeken. Ze zijn niet zo van het groeten. Als je dat wel doen, dan zeggen ze: Ahoj, waardoor ik me net een zeeman voel.

Het eerste deel van de route fiets ik door licht glooiend landbouwgebied, met groene weilanden en akkers. In het laatste deel zitten veneinige klimmetjes en wordt het weer meer bosrijk. Ik heb al veel bossen gezien en ben door het merengebied gereden. Benieuwd wat Tsjechie nog meer te bieden heeft.

Uiteindelijk stort ik mij via een flinke afdaling richting C.K. Tijdens de afdaling bereik ik snelheden van 50-55 kilometer per uur. Mijn bezwete lichaam koelt bij elke afdaling flink af.

In C.K. aangekomen vind ik snel een pension voor een redelijke prijs, recht tegenover de ingang van C.K. Ik heb de hele middag en avond om het stadje eens goed te bekijken.

dinsdag 5 mei 2009

Dag 6, dinsdag 5 mei 2009

Heb je dat ook wel eens? Dat er een zweetdruppel vanaf je rug zo in je bilspleet glijdt. Ik heb dat vandaag tenminste al tien keer gehad. Er loopt over mijn rug een geultje dat veilloos elk transpiratievocht richting mijn bilspleet transporteert. Meestal probeer ik het vocht kort voordat het mijn bilspleet bereikt te elimineren, maar deze druppel is me toch te snel af.

En de dag begon zo mooi. Ik was nog geen kilometer onderwerg of er sprong al een ree voor mijn fiets. Toen het dier mij zag was het in drie grote sprongen verdwenen. Gelijk heeft ie. Ik ben op weg naar Ceske Budejovice, een ritje van ongeveer zestig kilometer. Het gebied waar ik door fiets is bosrijk, het lijkt erg op de Veluwe, de Dellen. Het weer is goed, het is droog een graadje of 17. Twee jassen lijken genoeg voor vandaag. Het parcours is redelijk vlak, for the time beiing.

Het ontbijt vanochtend was voortreffelijk: spiegelei met ham, broodjes met jam, thee en een soort straciatella-ontbijtkoek afgestrooid met cocaine, maar het kan ook poedersuiker geweest zijn. Ik denk trouwens dat het cocaine is geweest. Ik trap de pedalen rond als nooit tevoren. Dat kan poedersuiker toch niet op zijn geweten hebben.

Het hotel was prima echter de butler was van het type: ik raak nooit in paniek, mij maken ze niet gek. Het type: ik kijk de kat eerst uit de boom. Het type: ik lijk op een homo maar ik ben het niet hoor!! Kortom, het lijkt wel een Achterhoeker.

Op dit moment heb ik andere zorgen. Ik heb namelijk het advies van Klaas in de wind geslagen om mijn autolsleutel bij Jur achter te laten. Dan raak je ze ook niet kwijt, zo was zijn gedachte. Had ik het maar gedaan. Ik heb de sleutel een prima plekje gegeven, maar .... waar?

Ik fiets nu in een gebied met veel houtindustrie en stop om een foto van een houtzagerij te maken. Aha .... daar komt iemand met veel misbaar op mij af lopen. Ik geef de man een hand, dat haalt hopelijk de kou wat uit de lucht. Hij geeft me te verstaan geen fotos van zijn bedrijf te maken, althans ik denk niet dat ie mij de liefde komt verklaren. Ik vind het allemaal goed. Kouwe drukte.

Om van de schoonheid van Ceske Budejovice te kunnen genieten moet ik eerst wat heuvels bedwingen. Het laatste deel van deze rit is het zwaarst. De buitenwijken van C.B. zijn vergeven van de industrie: asfalt, buizen en alles wat maar stinkt en rookt lijkt zich te hebben samengeschoold in de buitenwijken van deze stad. Naarmate het centrum dichterbij komt wordt het drukker met verkeer. Het is de eerste keer dat ik me er van bewust ben dat ik ook nog fietstassen aan mijn fiets heb hangen, en breder ben dan mijn fiets alleen. Ik moet er in de drukte rekening meer houden geen autos of voetgangers te raken. In het centrum aangekomen begint de zoektocht naar een hotel. Een aantal zijn complet en sommige veel te duur. Uiteindelijk vind ik een prima hotel, nabij het centrum voor een redelijke prijs. En ik heb mijn autosleutel terug gevonden......

De kilometerteller staat nu op 170 kilometer, en dat in drie dagen. Het begint verdorie op werken te lijken. Vanavond lekker uitrusten, voetballen kijken en morgen weer verder.

maandag 4 mei 2009

Dag 5, maandag 4 mei

Ik ben er vroeg bij deze ochtend, op naar het ontbijt dus. Ah .... 3 hotdogs met mosterd, een glas appelsap en een kopje thee. Ok, daar doen we het mee vandaag. Tassen inpakken en de stalen ros bestijgen. Ik krijg meteen een kuitenbijter voor de kiezen. De hotdogs komen weer naar boven van het harde werken. Herkauwen maar. Naar de zoveelste heuvel vraag ik me nu toch echt af of dit leuk is. Waarom moet het altijd ingewikkeld en met hard werken. Vier weken aan de Spaanse Costa is toch ook mooi. Terwijl ik dat denk zoef ik hard naar beneden. Het leven is wel mooi. Toch mis ik iets. Shit mijn handschoenen, ze liggen boven op de heuvel, waar ik net zo hard van naar beneden ben gegaan. Ah .... ik heb nog een reservepaar... nee, ik ga niet terug, dat kloteeind weer helemaar naar boven. Ik ben vastbesloten, ik ga niet terug. Tien minuten later zie ik ze liggen. Ik moest ze gewoon toch halen. Opnieuw zoef ik naar beneden. Kijk, heb ik toch twee keer plezier van deze heuvel gehad, dankzij mijn handschoenen.

Ik stop in Terezin. Ik heb een voorliefde voor desolate plaatsen. Terezin is desolaat en slaperig. Ik doe boodschappen in de COOP en koop een mandarijn, drinkyoghurt en water. Bij de kassa staat een vrouw en een kindje. Beide zijn ze prachtig. Zo weggelopen uit een trieste film. Eigenlijk zou ik een foto van beiden willen maken. Maar dat zou wat vreemd zijn. Ze staan op mijn netvlies, daar moet ik het maar mee doen. In Nova Bystrice eet ik een kop soep en vervolg mijn weg. Vandaag is het bewolkt, het is koud en er dreigt regen. Onderweg heb ik al drie jassen over elkaar aan moeten doen om me enigszins warm te houden. Het moet voldoende zijn want meer jassen heb ik niet. In een prachtig bosgebied staat een prachtig hotel.
Zal ik al stoppen, het is pas 14.00 uur. Nee, ik ga verder, nee ik stop, ik ga verder, ja ik ga verder...... Een kwartier later betreed ik mijn hotelkamer. Ik stop dus toch. Ik ga nog wat hardlopen en voor de rest lekker uitrusten.

Dag 4, zondag 3 mei 2009

Vandaag gaat het gebeuren, mijn fietsmaand in Tsjechie gaat van start. Klaas rijd met me mee naar Opatov, het startpunt. Hier maken we een foto. Het afscheid is emotioneel, van mijn kant dan. Meteen doemt de eerste heuvel op. Met de auto gaat het toch een stuk gemakkelijker.... Alle 27 versnellingen zijn betaald, en gebruiken zal ik ze. Het Tjechische toetsenbord doet touwens vreemde dingen, een y is een z en vise versa. En zo zijn er meer eigenaardigheden. Typfouten krijg je er gratis bij. Ah, daar is de eerste aggressieve hond, ik weet het beest nog net te ontwijken. Een vriendelijk lachende vrouw zegt zoiets als, hij bij niet! Ik geloof haar niet, en fiets zo hard als ik kan van het beest weg. Denkend aan een uitspraak van Bert Visser, ik hoef geen hond, de heer is mijn herder! Ik ben het met je eens Bert!!

Na enige uren kom ik in Telc. Wat een prachtig plein, wat een mooie huizen,,wat een mooie stad! Het is een zonovergoten dag en het is er redelijk druk. Na een korte pauze ga ik verder. Het is 16.00 uur als ik aankom in Slavonice, meteen zie ik een hotelletje. Die neem ik en een Matoni. Creme Arniforce smeren tegen de zadelpijn enne.... dat was het voor vandaag.

zaterdag 2 mei 2009

DAG 1 t/m 3

Hoi,

30 april was in meerdere opzichten een bijzondere dag: mijn allereerste dag in Tsjechie bracht erg slecht nieuws uit Nederland. En verder kwamen er hagelstenen zo groot als ping-pong ballen uit de lucht. Bert was jarig en we zijn met de hele groep naar een Heksenverbranding geweest. Ik heb nu drie dagen doorgebracht op camping Vidlak. Een hele mooi gelegen en rustige camping in Opatov, in het zuiden van Tsjechie, niet ver van de Oostenrijkse grens. Elsa, Klaas, Jos, Bert en the kids waren er al. Het was erg gezellig om met hen de dagen door te brengen. We hebben dorpjes bezocht, kampvuren gemaakt, samen barbecuen, lekker eten (want Elsa kan geweldig goed koken!!), shoppen, muziek luisteren, gitaren kijken (en bijna kopen, bijna he....) en o ja, veel grappen gemaakt.

Morgen, 3 mei 2009, gaat mijn fietstocht beginnen. Ik ben er helemaal klaar voor en mijn fiets ook. De bedoeling is om eerst Westwaarts te fietsen en daarna omhoog naar het Noorden. De heuvels zijn hier op z'n Zuid-Limburgs, maar verder Noordwaarts wordt het echt serieus. De weersvoorspelling voor morgen is prima, echter de dagen daarna wordt er (ijs)regen voorspeld. Iets wat hier om de maand mei niet ongewoon is.

Sanne en Henri bedankt voor jullie reactie. Ik vind het erg leuk om te weten dat ik word gevolgd.

Ik hoop snel weer wat van me te laten horen!

Greetingz... Gerrit